Aug 292009
 

Dit was te vinden in een druppel afkomstig van een plat dakje waar het water na elke regenbui nog dagenlang blijft staan, het ‘vijvertje’ voor mijn keukenraam.

Het hele beeld omvat ongeveer eentiende millimeter.

Op mijn webstek (zie widget) staan nog een paar kiekjes van dezelfde druppel.
Er zullen af en toe mikroskoopfoto’s bijkomen en hopelijk ook mooiere.

Jul 052009
 
(Een gedachtenstroom over een lekker onbelangrijk taal-detail.
Ik zeg er alvast bij dat taal volgens mij NIET gemaakt wordt
door het woordenboek, noch door een meerderheid.)

Is ‘een aantal‘ enkelvoud of meervoud?

Stelling:
De uitdrukking ‘er loopt een aantal mensen
lijkt taalkundig korrekt, maar is het meestal niet.

Er staat niet ‘lopen‘, want ‘een aantal‘ is enkelvoud.
Zou je kunnen denken.
Maar ‘mensen‘ is meervoud!
 
Een aantal voorbeelden (door elkaar):
een aantal mensen
een stel mensen
een stel
een bende
enige
een boel mensen
een boel water
(een boel vis is een boel vissen,
tenzij 1 vis al een boel vis is)
een boel
veel
er komen een boel mensen kijken
er komt een boel bij kijken
veel mensen weten niet beter
twee mensen weten meer dan een
tien vogels vliegen voorbij, of zijn het er negen?
tien bezoekers lopen buiten
een aantal bezoekers lopen op het gras
het aantal bezoekers loopt op
er stapt een groep uit de bus
een deel doet niet mee
de meesten doen wel mee

het zijn honderd -of een groter aantal- dingen
vijftig punten is genoeg

Er zijn (minstens) twee gevallen:
(1)
Het aantal leden is al groot en het (aantal leden) loopt nog op.
Het aantal leden ziet er goed uit.
Het aantal zitplaatsen klopt niet.
Het aantal stoelen is niet goed.
Een aantal groter dan tien.
Een paar zit op een bankje.
(?)
Een viertal muzikanten stapt het podium op.
(2)
Vier muzikanten stappen het podium op.
Vier orkestjes spelen deze week.
Een aantal dingen kloppen niet.
Een aantal stoelen zijn niet goed.
Een paar bezoekers komen alleen.
Een heleboel leden komen zelden.
Een aantal leden zien elkaar nooit.

Konklusie:
Het tussengeval bestaat niet echt, het is enkelvoud of het is meervoud.
Wanneer je een groep als 1 ding bedoelt is het enkelvoud.
(..een viertal..)
Wanneer je een hoeveelheid bedoelt hangt het af van het onderwerp.
(Er is veel zand, er zijn veel korrels.
Er is een hoeveelheid zand, er zijn een aantal korrels.)

Maar het ruwe taalgevoel ziet ‘een ding’ en houdt vast aan enkelvoud.
(Er is een aantal…)
Net zoals het aapje de noot in de val niet kan loslaten.

Om van het probleem af te zijn doen we gewoon of
Een aantal leden ziet elkaar nooit.‘ ook goed is,
hoewel deze leden nadrukkelijk geen groepje vormen!
(En hoe kan een ding elkaar zien?)

Volgens het arme taalgevoel is er geen ontkomen aan
de club van mensen die van geen enkele club lid zijn.

*

In sommige gevallen kan het allebei, zou je kunnen zeggen.
Dat lijkt maar zo, ze zijn niet allebei hetzelfde.

*

De veelvoorkomende fout is:

Men gebruikt de enkelvouds-vorm, maar bedoelt het niet als groep.
Die vorm is grammatikaal misschien wel korrekt, maar de betekenis hoort
dus bij een ander geval dan men bedoelt.
Het opvallende enkelvoud van ‘aantal‘ maakt helemaal blind voor
deze subtiliteit.

–//–